Kantinegebouw 1938

Van Bert-Jan Dierink uit Diepenheim ontvingen wij onderstaande foto's met de vraag om informatie over de juiste locatie. Het enige aanknopingspunt was het stempel achterop de foto's dat naar Ede verwijst: "Fotografie H. Jager - Stationstr. t/o RK Kerk - EDE". De werkgroep Historie nam de uitdaging aan en ging op onderzoek uit. Onderstaand verslag geeft inzicht in de weg die hierbij is bewandeld.

Foto 1

Foto 2

Bij het bestuderen van foto's is de omgeving vaak van doorslaggevend belang. Met behulp van andere (lucht)foto's is de plek waar de fotograaf heeft gestaan vaak te herleiden. Helaas zijn deze twee foto's binnen genomen, waardoor gooede aanknopingspunten ontbreken. We leggen de foto's daarom onder het vergrootglas op zoek naar andere aanwijzingen. We nemen u graag mee op onze ontdekkingstocht.

De uniformen
Allereerst bekijken we de militairen zelf, die dragen een veldgrijs uniform van vóór 1940. Dit uniform wordt ingevoerd in 1912. Op de kraag zien we geen embleem, wat betekent dat van de eenheden die tussen 1912 en 1940 in Ede gelegerd zijn, de veldartillerie (gekruiste kanonnen) en de wielrijders (fietswieltje), afvallen. Zo houden we als mogelijke kandidaten alleen de infanterie en de cavalerie over. De kraag en het uiteinde van de mouwen hebben dezelfde kleur als de rest van het uniform. Tot 1915 is dit meestal niet het geval, dan hebben de kraag en het uiteinde van de mouwen nog de kleur van de eenheid. Voor de infanterie is dit blauw, maar voor de huzaren (cavalerie) is dit grijsgroen (wel dezelfde kleur dus). Het is daarom òf infanterie na 1915, òf cavalerie. De kragen helpen ons helaas niet, daarmee weten we het nog steeds niet. Gelukkig hebben we nóg een aanwijzing: de schouderepauletten. Tot 1916 zijn die opvallend breed, en zit er een regimentsnummer op. Dat zien we hier niet, dus is het uniform en de foto van na 1916. Daarmee valt ook de cavalerie af, want die heeft in 1914 het Edese garnizoen verlaten. We zien op de foto dus militairen van de infanterie, ergens tussen 1916 en 1940. Op de ondermouw van alle militairen aan tafel zien we een zogenaamde bananenschil: een V-vormige streep die aangeeft dat het sergeanten (onderofficieren) zijn. De mannen zullen dus in een onderofficierskantine of -eetzaal zitten.

Het kantinegebouw
De infanterie is voor de oorlog gelegerd in de Johan Willem Frisokazerne en in de Mausitskazerne, de twee grote kazernes bij het station, en vanaf 1938 ook in de Elias Beeckmankazerne. De kantinegebouwen op de Elias Beeckmankazerne zijn pas na de oorlog gebouwd, en de grote eetzaal aan de keuken is ook pas na de oorlog aangebouwd. Tussen 1938 en 1940 bevindt zich op de Elias Beeckmankazerne alleen een keukengebouw met twee kleine kantines als vleugels aan de keuken. De raampartijen in deze kantines zitten erg dicht bij elkaar (zie foto). Op de foto's zien we echter dat de muurruimte tussen de ramen minsten even breed is als de raampartijen zelf. Hiermee valt de Elias Beeckmankazerne als mogelijke locatie af.

Tussen de twee grote kazernes bij het station heeft ook een kantinegebouw gestaan. Op oude foto's zien we dat daar de ruimte tussen de ramen even breed is als de ramen zelf. We lijken op het goede spoor te zitten, maar de ramen zijn erg hoog. Op foto 2 zien we bij het achterste raam, achter en boven het hoofd van de spreker, dat dit inderdaad naar boven doorloopt. Dus als het in Ede is, moet het wel dit kantinegebouw zijn.

Op foto 1 zien we rechtsboven bij de hofmeester in zijn witte pak een halfronde gemetselde toog. Deze toog zien we op foto 2 in het midden. Het gaat dus om dezelfde ruimte, alleen zijn bij foto 1 de lange gordijnen opgebonden. Rechts van het linker raam zien we nog nèt een stukje hangen. Omdat de gordijnen bij foto 1 weg zijn, lijkt de muurpartij hier op het eerste gezicht wat breder. Maar bij nadere bestudering blijkt dat niet zo te zijn, de gordijnen bij foto 2 schermen een deel van de muur af. Op foto 1 is hierdoor heel mooi te zien hoe de militairen hun kepie's (hoofddeksels) op de kapstok gehangen hebben.

Is daarmee de kous af? Nee, nog niet helemaal.

Bij welke gelegenheid?
Op foto 1 zitten de mannen aan tafel voor de warme maaltijd. Beide hofmeesters staan klaar om hen te bedienen. De heren zijn wel alvast aan hun aperitiefje (de wijn) begonnen. Waarbij voor sommigen één glas te weinig is, dus hebben ze twee glazen in de hand. Of de hele fles, dat gaat nog makkelijker.

Op foto 2 is iets bijzonders aan de hand. Er staan menukaarten op tafel, het is een bijzonder diner. Graag zouden we kunnen lezen wat er op het bord helemaal rechts staat, maar dat valt niet mee. Kijken we verder, dan zien we dat de man in het midden een toespraak houdt. Op zijn kraag zien we de gladde knopjes, waardoor we weten dat dit een adjudant is. Dat is de hoogste onderofficiersrang. Vermoedelijk is dit dus de baas van de onderofficiersmess, de messpresident. Dat het een bijzondere gelegenheid is zien we ook omdat hij zijn brede bruinleren koppel met schouderriem (draagriemstel) draagt en op de borst zijn medailles. Het was niet gebruikelijk de medailles dagelijks te dragen, alleen bij speciale gelegenheden zoals parades en defilés. Achter de adjudant staat een jonge officier (eerste luitenant, te zien aan de twee sterren op zijn kraag). Maar die hoort hier eigenlijk niet thuis, want hij draagt als enige zijn dikke overjas en is kennelijk maar even binnen. Ook hij is voor de gelegenheid extra netjes gekleed en draagt zijn wandelsabel model 1912.

En er is meer. In de zaal hangen gekleurde puntvlaggetjes en achterin zien we twee lampionnen hangen. Kennelijk wordt er iets gevierd. Terugkijkend naar het bord op foto 2 kunnen we nu met enige moeite vaststellen wat er staat geschreven: "31 JANUARI 19.." Er zit een hoofd voor, maar dat geeft niet. We weten hiermee genoeg! Het is een diner ter ere van de geboorte van prinses Beatrix, die op 31 januari 1938 ter wereld kwam. De foto zal dus begin februari 1938 genomen zijn in de onderofficiersmess in het kantinegebouw tussen de Johan Willem Friso- en de Mauritskazerne te Ede.

We kunnen het niet meer controleren, want dit gebouw is in de jaren '70 afgebrand.

Het zou het laatste betrekkelijk zorgeloze jaar voor het Edese garnizoen blijken te zijn. Het is de periode dat de situatie in Duitsland steeds verontrustender en dreigender wordt. De periode dat onze regering verwoede pogingen doet om het Nederlandse leger te versterken zodat aan die dreiging het hoofd geboden kan worden.

Al in hetzelfde jaar wordt vanwege deze toegenomen dreiging een begin gemaakt met de bouw van de Elias Beeckman- en de Simon Stevinkazerne. Een jaar later, in 1939, zal het Nederlandse leger mobiliseren. Een mobilisatie die eindigt op 10 mei 1940, als Duitse troepen ons land binnen vallen.

Met dank aan: Je Oude Kazerne Nu